Op http://www.debian.org/distrib
kan je kiezen voor 'netinst' images. Deze moet je downloaden en op cd
of dvd branden als bootable disk. Je moet hier al een processor
architectuur kiezen. Voor de Toughbook cf-74 is i386 nodig, op cf-19
kan ook amd64. Tijdens het
installeren moet de computer aan internet verbonden zijn. Je moet later
een
mirror kiezen, bijvoorbeeld ftp.nl.debian.org.
Kies een installatie ISO image, net als voor installeren via CD. Het
kan een netinstall zijn, maar ik koos voor CD 1 van de complete set.
Uiterst belangrijk om uit te zoeken welk device de usb stick is, zodat
er niet een verkeerd device overschreven wordt. Dit kan met:
$ sudo fdisk -l
De ingebouwde harde schijf is normaal /dev/sda, en als er verder
niks aan de usb hangt is het waarschijnlijk /dev/sdb. Een cijfer
erachter is voor de partities, maar dat telt nu niet want de
partitietabel gaat ook overschreven worden. Nu moet de installer image
naar de usb stick gekopieerd worden met command dd:
$ dd if=<file> of=<device> bs=4M; sync
Na deze kopieer actie was de usb stick niet meer in mijn Nautilus te
zien. Hij wordt niet meer vanzelf gemount. Je kan een mount directory
aanmaken en handmatig mounten om te controleren wat erop staat, en dan
weer unmounten:
$ sudo mkdir /mnt/tmp
$ sudo mount -a /dev/sdb /mnt/tmp
$ sudo umount /dev/sdb
In de handleiding staat dat de standaard Debian 6.0 kernel image
gecompileerd is met 'SMP-alternatives' support. Dit betekent dat de
kernel het aantal processors of processor cores automatisch detecteert
en symmetric multiprocessing deactiveert op uniprocessor systemen. Er
staat ook: 'the 486 flavour of the Debian kernel image packages for
32-bit PC is not compiled with SMP support'.
http://www.debian.org/releases/stable/i386/ch02s01.html.en#id583798
Maar of de kernen allebei gebruikt worden wordt ook in de bios
bepaald. Druk bij het opstarten, nog voor je een systeem gekozen hebt,
op F2. Dan kan je de bios info bekijken. Onder de tab 'advanced' staat
'Core Multi-Processing [enable] of [disable]. Je kan dit togglen. Bij
mij heeft het zowat een jaar op disabled gestaan...
Stop installatie cd erin en start met F8. Afhankelijk van de bios
instellingen kan de cd ook prioriteit hebben, dan hoef je niet eens op
F8 te drukken. Maar het kan ook zijn dat het installatie device (cd
apparaat of usb stick) niet als bootable device aangemerkt is. Je moet
dan opstarten met F2 om in de BIOS te gaan en het device toegvoegen
(includen) aan de lijst met bootable devices.
Er wordt gevraagd een aantal settings voor de
installatie te doen:
Installer boot menu: kies hier Graphic install
Installation language: kies English
Select your location: dit is voor de timezone (Other > Europe >
Netherlands)
Configure locales: dit gaat over character encoding, kies United States
Keymap to use: moet bij het keyboard passen (mijn CF-19: British
English)
De hardware wordt gedetecteerd, en de installer ziet dat er geen
firmware is voor de wifi kaart (firmware-iwlwifi). Dit staat niet op de
installatie cd omdat Debian zelf geen non-free software gebruikt. Je
kan deze firmware later installeren, nu moet je ethernet gebruiken.
Primary network interface: eth0.
Er wordt gevraagd om de hostname. Dat is de naam van de computer als
hij zich identificeert. Domain name
is afhankelijk van waar je aan internet hangt (bijvoorbeeld
electrickery.nl). Je moet een root password kiezen. Verder je full
username, username, en user password. Als je de passwords vergeet ben
je later heel erg de lul.
Het gaat hier alleen om de partities voor de installatie die nu
gedaan wordt. Op een helemaal lege schijf kan je alvast de partities
voor andere installaties aanmaken, maar bestaande partities van andere
installaties laat je met rust. Voor een dual boot system met twee Linux
installaties:
system 1 partitie (primary, 15 GB of meer, ext4 journaling)
system 2 partitie (primary, 15 GB of meer, ext4 journaling)
swap partitie voor Debian (primary, klein bv 2.5 GB, ext4 journaling)
gedeelde data partitie (primary, ext4 journaling)
Maximaal 4 partities kunnen primary zijn. Mount point voor de
partitie waar je op gaat installeren moet zijn
'root'. De andere system partitie mount je nu niet. Ook de gedeelde
data partitie mount je nog niet. Het is handig om de partities een
label te geven zodat je ze later kan herkennen.
Opmerking: voor dual boot linux setups kan de gedeelde partitie in
principe voor beiden de home partitie zijn. Dit wordt in de praktijk
wel gedaan. Ik heb het een keer geprobeerd maar wilde er meteen weer
vanaf. In de home directory komen immers allerlei onzichtbare
preferences, log files, coockie-dingen etc. te staan. Deze kunnen best
verschillend zijn per systeem, maar dezelfde naam hebben. Dan wordt het
constant overschreven met verkeerde data. Zodra je daar eenmaal achter
komt is het heel lastig om die dingen nog van elkaar te scheiden en elk
system een eigen home dir te geven.
Voor een dual boot systeem waar Windows al op staat:
Windows partitie (primary, niet formatteren)
Debian partitie (primary, ext4 journaling)
swap partitie voor Debian (primary, klein, bv 2.5 GB, ext4 journaling)
gedeelde data partitie (NTFS, nu nog
niet formatteren, dat moet later in Windows)
Wil je een bestaande indeling wijzigen dan kan je de betreffende
partities deleten en opnieuw aanmaken. Sluit telkens af met 'done
setting up the partition'.
Na het partitioneren begint het installeren. Na een tijdje is het
systeem gereed om vanaf internet verder te installeren en updaten, en
dan wordt
gevraagd om een land te kiezen en een mirror. Bv ftp.nl.debian.org.
Geen proxy. Let dus op dat de computer aan internet zit via ethernet.
Als je niet voor een netwerk install gekozen hebt is het netwerk alleen
nodig voor updaten, en dat is optioneel.
Weer later wordt gevraagd welk type software je wil
installeren. In dit geval: Graphical desktop environment, laptop,
standard system utilities. Na het installeren moet de bootloader Grub
(misschien opnieuw) geinstalleerd worden. Controleer of bestaande
installaties
gedetecteerd zijn, en klik dan 'yes'. Echter dit betekent nog niet dat
alles in Grub vanzelf goedkomt, als er al Windows op staat. Zie
verderop bij sectie Grub. Er wordt ook gevraagd of je Coordinated
Universal Time (UTC) wil gebruiken. Ja. Hierna is de installatie
compleet. De cd wordt uitgeworpen en je kan rebooten.
Heel veel configuratie en installatie taken moeten met sudo
permission gedaan worden, daarom is het handig om dit als eerste te
regelen. Om jezelf (de ingelogde administrator/gebruiker/user) toe te
voegen aan sudoerlist:
$ su (inloggen als root)
# visudo (geeft sudoerlist in een editor, deze moet geëdit worden)
<gebruiker> ALL = (ALL) ALL (toevoegen om gebruiker sudoer te
maken)
Als de editor GNU nano is, kies je ^O WriteOut om te bewaren. Let
op: ^ betekent ctrl toets! Het is dus ctrl+O. Het wordt weggeschreven
in /etc/sudoers.tmp. Klik 'enter'. Om uit nano te gaan doe ctrl+x.
Hierna kan je sudo-en.
Nog iets over het verschil tussen root en sudo. Als je als root bent
ingelogd krijg je de command promt als hekje inplaats van dollarteken.
Je bent dan superuser. Met sudo niet, echter je hebt dan tijdelijk wel
dezelfde permissies. Log als root zo snel mogelijk uit met exit. Een
typefoutje kan een drama ontketenen.
Grub ziet het Windows systeem niet, daarom grub
aanpassen in Debian:
$sudo /usr/sbin/update-grub2
Als je de enige gebruiker van de computer bent kan je automatisch
inloggen:
system > administration > login screen > click to make
changes (password) > login automatically
Let op: je kiest een user name, maar daarop moet je nog een keer
expliciet klikken om te bevestigen, anders wordt het vakje weer leeg en
is er niks gekozen.
Als je niet wil dat het systeem lockt wanneer de screensaver aan
gaat, kan je dat bij de instellingen van de screensaver instellen.
Bij het installeren kan een gedeelde partitie geen mount point
toegewezen krijgen. Je doet dit later vanuit de betreffende systemen.
Hoe het precies moet hangt af van welke systemen de partitie delen.
Hier volgt de beschrijving van een partitie die door twee Debian
systemen gedeeld wordt.
Het is handig om eerst te kijken welke partities er zijn, en welke
UUID nummers ze hebben:
$ sudo fdisk -l /dev/sda
$ sudo blkid
De gedeelde partitie moet gemount worden op een directory. Die moet
wel bestaan. Eventueel kan je een specifieke directory hievoor maken,
bijvoorbeeld:
$ sudo mkdir /mnt/shareddata
Nu heb je de informatie die nodig is om de partitie te mounten. Stel
dat de partitie /dev/sda4 is:
$ sudo mount -a /dev/sda4 /mnt/shareddata
Als het goed is kan je nu de partitie zien op de plek waar hij
gemount is. Maar uiteindelijk moet dit persistent worden zodat hij bij
opstarten gemount wordt. Daarvoor moet een aanvullende regel in
/etc/fstab gezet worden. Let op, je kan deze file alleen editen met
sudo permission. Bijvoorbeeld in nano:
$ sudo nano /etc/fstab
Dan in file fstab zetten:
UUID=<nummer> /mnt/shareddata ext4 defaults 0 0
Let op, ext4 is het file system type. Als het een ander type is,
moet dat overeenkomstig ingevuld worden. Voor een Windows NTFS partitie
is dat inderdaad anders, zie verderop.
Het ext4 file system type werkt met permissions. Als /mnt/shareddata van root is, mag niemand anders erin schrijven of weggooien. Zo heb je er weinig aan want je kan er niks op zetten! Nu is het toevallig zo dat op een debian-debian dual boot met één user per install, deze users dezelfde UID hebben, ongeacht hun naam. Kijk maar met:
$ id -u <username>
Je zal waarschijnlijk zien dat het op beide systemen 1000 is.
Daardoor kan je de gedeelde partitie recursief aan die user in eigendom
geven en dan werkt dat in beide systemen:
$ sudo chown -R <username>:<username> /mnt/shareddata
In Nautilus file browser kan je met properties van een map of file
kijken wie de owner is en hoe de permissies staan. Ook kan je
permissies via Nautilus wijzigen met:
$ sudo nautilus
Als de shared partitie /mnt/shareddata is, kan je deze in de file
browser niet zo makkelijk benaderen. Via een symlink in home gaat dit
sneller. Maak deze op de command line vanuit home met:
$ ln -s /mnt/shareddata shareddata
Let op, dit werkt alleen als /mnt/shareddata al van de user is. Als
hij nog van root is, krijg je een wazige foutmelding. Dan kan je het
met sudo doen maar je zult zien dat er ook op de symlink een slotje
staat in de file browser.
Nautilus, de file browser van Gnome, heeft net zoals file browsers
op andere systemen (Windows, OSX) een aantal standaard directories voor
de user, zoals Downloads, Documents, Music etc. Deze directories hebben
een status aparte. Hun naam en locatie wordt bijgehouden in een
bestandje ~/.config/user-dirs.dirs. Je kan dit bestandje ook zelf
editen om naar een andere folder of locatie te verwijzen.
In het geval van een partitie die door twee Debian systemen gedeeld
wordt, is het logisch om de standaard folders daar aan te maken, en in
users-dirs.dirs naar die folders te verwijzen. De folders op de oude
locatie (in home) kunnen dan verwijderd worden. Misschien kan je de
oude ook wel simpelweg slepen naar de nieuwe locatie, maar dan moet je
controleren of de nieuwe locaties goed doorgevoerd zijn in
users-dirs.dirs.
Als je in home een symlink hebt naar de gedeelde partitie, zie je
daaronder de nieuwe standaard folders staan. Er hoeft niet persé
een symlink naar elke folder apart gemaakt te worden. Echter de folders
zitten dan wel een nivo dieper: home/shareddata/downloads ipv
home/downloads.
In Windows NTFS partitie aanmaken:
start > configuratiescherm > systeembeheer > computerbeheer
> schijfbeheer
De partitie kan alleen geformatteerd worden als hij door Windows
aangemaakt is. Een bestaande partitie kan je eerst deleten en dan weer
aanmaken, dan formatteren.
$ sudo fdisk -l /dev/sda
Het is handig om in Debian te kijken welke partities er zijn, en
welke UUID nummers ze hebben:
$ sudo fdisk -l /dev/sda
$ sudo blkid
De gedeelde partitie moet gemount worden op een directory. Die moet
wel bestaan. Eventueel kan je een specifieke directory hievoor maken,
bijvoorbeeld:
$ sudo mkdir /mnt/shareddata
Nu heb je de informatie die nodig is om de partitie te mounten. Stel
dat de partitie /dev/sda4 is:
$ sudo mount -a /dev/sda4 /mnt/shareddata
Als het goed is kan je nu de partitie zien op de plek waar hij
gemount is. Maar uiteindelijk moet dit persistent worden zodat hij bij
opstarten gemount wordt. Daarvoor moet een aanvullende regel in
/etc/fstab gezet worden. Let op, je kan deze file alleen editen met
sudo permission. Bijvoorbeeld in nano:
$ sudo nano /etc/fstab
Dan in file fstab zetten:
UUID=<nummer> /mnt/shareddata ntfs-3g defaults 0 0
De Panasonic cf-74 en cf-19 touchscreen driver zit in de Debian
distributie.
Om te calibreren is xinput_calibrator nodig. Dit kan niet via Synaptic.
Hij is te vinden op:
www.freedesktop.org/wiki/software/xinput_calibrator
Voor i386 kan de package voor debian testing gekozen worden. Er is
geen binary voor amd64. Deze kan gecompileerd worden van source, maar
eerst moeten de volgende packages geinstalleerd zijn:
developer tools: automake, libtool, make, g++
headers: libxi-dev, x11proto-input-dev, x11proto-xext-dev,
x11proto-core-dev
De binary package kan geinstalleerd worden met gdebi, de
zelfgecompileerde moet aangeroepen worden vanaf de plek waar ie staat.
Je moet de xinput_calibrator niet open klikken vanaf het menu, maar in
de command line:
$ xinput_calibrator --output-type xorg.conf.d
De calibrator gaat open en je moet vier punten aanstippen. Je krijgt
dan een output zoals dit:
Section "Inputclass"
Identifier "calibration"
Matchproduct "Fujitsu
Takamisawa USB Touch Panel"
Option "Calibration" "1090
15660 1351 15628"
EndSection
Om de calibratie persistent te maken zet je dit in /etc/X11/xorg.conf, bijvoorbeeld met gedit
$ sudo gedit /etc/X11/xorg.conf (om een file aan te maken en te
openen in gedit)
De coordinaten moeten uiteraard die zijn welke uit de calibratie
kwamen. Let op de syntax van de configuratie. Geen komma's tussen
de coordinaten. Doe je dit fout dan
wil X helemaal niet starten en zit je met een systeem wat alleen
command line heeft, net als in het stenen tijdperk. In /var/log kan een
log vinden voor Xorg.
Synaptic in Debian kijkt bij default alleen naar repositories met
free software. Om discutabele dingen te kunnen installeren moet je in
settings > repositories ook de niet-vrije dependencies en software
aanklikken. Let op: elke keer als je wat wijzigt aan de repositories
moet je
'reload' doen om de packages te kunnen vinden. Maar nu kan je nog
steeds niet alles vinden, want er zijn third party repositories die je
zelf moet toevoegen.
Er is een repository "ftp://ftp.deb-multimedia.org" (was vroeger "ftp://ftp.debian-multimedia.org", maar dat vond debian niet goed meer). Je moet de volgende APT line toevoegen aan de third party repository list in Synaptic of in file /etc/apt/sources.list:
deb ftp.deb-multimedia.org squeeze main non-free
Vervolgens in Synaptic 'reload' (of apt-get update op command line).
Je krijgt een error die je kan
negeren, want nu kan je wel package deb-mulimedia-keyring selecteren.
Deze installeren, en dan heb je toegang tot de multimedia repository.
Nu kan libmp3lame0 (nodig voor Pd-extended) geinstalleerd worden
via Synaptic.
Pd-extended kan niet via Synaptic geinstalleerd worden, dit moet met
gdebi-gtk. Als Pd-extended geinstalleerd is, kan het nog niet vanaf het
menu of via een desktop icoon opgestart worden, omdat het command
pasuspender aangeroepen wordt, wat op Debian (gelukkig) niet staat. Dit
command moet uit de start scripts gesloopt worden. Om de properties van
menu items te veranderen:
System > Preferences > Main Menu
Dan item kiezen en rechtsklikken > properties
Voor een desktop shortcut kan je direct properties kiezen met
rechtsklikken.
Om het geluid met Pd aan de praat te krijgen moeten eerst een aantal
andere dingen uitgezet worden. Hiervoor is de GnomeAlsamixer nodig want
andere mixers hebben niet alle voorzieningen. Je moet:
IEC958 Default PCM - afvinken
capture > Rec - aanvinken
In Pd nog:
Pd > Media > Audio Settings: input / output aanvinken en
juiste aantal kanalen zetten
Om met wifi te kunnen werken moet firmware-iwlwifi geinstalleerd zijn, via Synaptic.
In Debian is het mogelijk een vast IP adres in te stellen, zodat je
via een cross-cable zonder router, hub of switch met een andere
computer kan communiceren.
System > Preferences > Network Connections > add >
IPv4Settings > manual method > add
Je moet een IP adres invoeren in de range die bedoeld is voor lokale
netwerken. Dat is 192.168.xxx.xxx of 10.0.0.xxx. De xxx zijn bytes dus
de woorden mogen niet groter dan 255. De netmask is 24, dit vertaalt
automatisch naar 255.255.255.0. De gateway is de poort naar internet,
als je daarop wil moet je het IP adres daarvan kennen.
Let op: als de vaste IP gebruikt is, gaat hij de volgende keer als
je een andere netwerkverbinding aansluit, via vast IP adres proberen te
verbinden. Je moet dan opnieuw Auto eth0 applyen om weer de dhc methode
te gebruiken.
Met sommige netwerk kaarten kan je een ad hoc wireless netwerk
opzetten. Met de 'kaarten' op de chipsets van de CF-19 en CF-74 kan
dit. Weliswaar zijn dit kaarten die geen open
source software ondersteunen. Om te zien welke kaart de computer heeft:
$ lspci -v
De CF-19 heeft 4965 AG or AGN [Kedron] met kernel driver iwlagn, en
de CF-74 heeft 3945ABG (Golan) met kernel driver iwl 3945.
Om een ad hoc netwerk te maken, dat kan via NetworkManager van
Gnome. Deze zit in de 'Notification Area' van de panel. Als ie zoek is
kan je hem terugkrijgen met:
$ sudo /usr/sbin/NetworkManager
Klik rechts op het icoon van de NetworkManager, en dan Edit
Connections > Wireless > Add. Dan krijg je een formulier waarop
je een wireless connection zelf kan aanmaken. Je hebt de keus tussen
twee modi: infrastructure en ad hoc. Infrastructure is voor een access
point, dat schijnen deze kaarten niet te kunnen want ze kunnen niet in
'master mode'. Ad hoc werkt dus wel.
- Connection name: is niet zo belangrijk
- Connect automatically: beter afzetten
- SSID: de naam van het netwerk zoals die in de lijsten verschijnt
- Mode: hier kies je dus Ad Hoc
- BSSID: dit laat je leeg
- Mac address: dit kan je ook leeg laten
- MTU: de packet size, kan je op automatic laten staan
- Wireless Security: kies WEP (WPA werkt niet) en doe 13 karakters
- IPv4 settings: bijvoorbeeld Address 10.42.43.1, Netmask
255.255.255.0, Gateway leeg laten
Dit alles doe je voor beide computers, alleen het IP Address moet
voor de tweede computer anders zijn, hier 10.42.43.2. Als je de
netwerken wil kiezen staan ze niet in het gewone lijstje maar bij de
Hidden Wireless Networks.
Om een realtime kernel te compileren moeten natuurlijk developer tools
geinstalleerd zijn.
gcc
make
libc6-dev
perl
util-linux
module-init-tools
initramfs-tools
e2fsprogs
PCMACIAtools
libfuse2
en volgens Sumidero ook nog:
libncurses5-dev (voor de configuratie)
zlib-bin
zlib1g-dbg
zlib1g-dev
make-kpkg (om een gdebi package te maken van het geheel)
Je moet een kernel ophalen en een patchfile om er een realtime
kernel van te maken. Eigenlijk moeten de kernel en patch nummers
identiek zijn, maar in elk geval zo gelijk mogelijk. Het patchen gaat
met:
patch -p1 < ../patch<patchnummer>
Het configureren gaat met de ncurses interface, maar er moet ook een
echt grafische methode zijn. Dat is vast handiger want er zijn erg veel
opties en hoe meer overzicht hoe beter. Enkele dingen die voor de
Toughbook ingesteld moeten worden:
processor family (ik koos pentium 4 maar dit heeft geen dualcore,
foute keus misschien)
sound devices > generic sound devices: pc speaker support disablen
PCI devices > Intel HDAudio > SigmaTel STAC9200 yes
ISA en SPI afzetten
alle 'comedi' drivers afzetten!
Om de files aan te maken moet met 'sudo make-kpkg...' Installeren
dus met gdebi.
Als je wil kijken hoe de boot configuratie in grub nu eruit ziet:
/boot/grub/grub.cfg
De realtime kernel staat nu bovenaan de lijst en er is ook een
recovery mode van.
Pd kan alleen met realtime priority draaien als de gebruiker is
toegevoegd aan de groep 'audio'. In System > Administration is een
tool 'Users and Groups'. De realtime priorities van de audio group
staan in /etc/security/limits.d/audio.conf, daar neergezet door jack.d.
Command 'lspci -v' geeft een overzicht van devices.
Command 'cat /proc/interrupts' geeft een overzicht van interrupt
numbers.
Command 'cat /proc/asound/cards' geeft een overzicht van soundcards.
Command 'cat /proc/asound/pcm' ook.
Command 'aplay -L' laat ook de soundcards zien.
Command 'echo $ALSA_CARD' laat zien welke soundcard default is.
Je kan een soundcard tijdelijk default maken door command 'export
ALSA_CARD=<cardname>' (Blackjack of Intel bij mij). Het is geldig
voor de betreffende terminal sessie.
Je kan een geluidskaart permanent default maken door een file
~/.asound met daarin:
pcm. !default {
type hw
card <cardname>
}
ctl. !default {
type hw
card <cardname>
}
Let op! Ik heb dit gedaan met de Blackjack, maar daarna kon Pd de
ingebouwde geluidskaart alleen nog maar vinden door multiple devices te
gebruiken, en dit moest bij elke Pd sessie weer opnieuw ingesteld
worden. Geen goed plan!